Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
KuAl
› 13 & 14
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
KuAl
13 & 14
Jaar 5 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Eenakter = Toneelstuk in één bedrijf, waarin de opbouw rechtlijniger en compacter is dan in een stuk met meer bedrijven. Existentialisme = 20-ste eeuwse richting in de wijsbegeerte. Jean-Paul Sartre en Albert Camus zijn de belangrijkste vertegenwoordigers. Het existentialisme leert dat de mens de zin van het leven niet kent. Het feit dat hij bestaat (existeert) is op zich al zinvol. Theater van de Wreedheid = Niet de taal, maar licht, geluid en beweging staan centraal. Het 'wrede' aspect moet niet al te letterlijk worden opgevat, maar dient als een benaming voor alles wat rauw, lichamelijk en schokkend is. Butoh = In Japan ontwikkelde expressionistische dansvorm die ontstaat in de jaren vijftig. Begrippen als dood, wanhoop en vernietiging staan vaak centraal. Vaak zijn de dansers naakt of hebben ze een kaalgeschoren hoofd. Grondlegger: Tatsumi Hijikata. Raamvertelling = Een verhaal dat dient ter omlijsting van andere verhalen. Een verhaal binnen een verhaal. Neorealisme = Filmstroming die in Italie ontstaat rond de Tweede Wereldoorlog. Regisseurs als Luchino Visconti maken films die het gewone dagelijkse leven benadrukken. Er wordt veelal op locatie gefilmd en vaak wordt er gebruikgemaakt van amateur-acteurs. Nouvelle Vague = Letterlijk: nieuwe golf. Filmstroming die in Frankrijk ontstaat rond 1959. Nouvelle-vague-films zijn heel persoonlijk en vaak experimenteel. Jean-Luc Godard. Jumpcutmontage = Montagevorm waarbij de beelden zo achter elkaar geplaatst worden dat voorwerpen of personen van plaats lijken te verspringen. Het geeft een vervreemdend effect omdat de toeschouwer zich bewust wordt van de montage. Seriële muziek = Serialisme. Uitbreiding van de twaalftoonstechniek waarbij niet alleen de noten in reeksen worden vastgelegd, maar ook de toonduur, sterkte, klankkleur en articulatie. De reeks bepaalt de structuur van de gehele compositie. Componist: Karlheinz Stockhausen. Musique concrète = Franse muziekstroming die veelal gebruik maakt van alledaagse (concrete) geluiden die met behulp van elektronica worden bewerkt tot composities. Componisten: Pierre Schaeffer, Pierre Henry. Swing = Jazzvorm die zeer populair is van 1930 – 1950. Swing is dansmuziek die wordt uitgevoerd door grote orkesten (bigbands), eventueel aangevuld met een zanger of zangeres. Het woord swing wordt ook wel gebruikt als werkwoord voor alle muziek die dansbaar klinkt: ‘Zijn muziek swingt de pan uit’. Bebop = Rauwe, snelle jazzstijl met veel improvisaties, die ontstaat rond 1940. Wordt meestal uitgevoerd in een kleine bezetting van drums, bas, piano, saxofoon en trompet. Charlie Parker, Miles Davis. Cool jazz = Tegenhanger van de bebop rond de jaren vijftig. Het klinkt helder en de puurheid van klank staat voorop. Het ritme speelt een minder dominante rol dan in de bebop. Abstract expressionisme = (vanaf 1946) Eerste echte Amerikaanse stroming in de beeldende kunst. Expressiviteit en improvisatie zijn kenmerkend voor deze stroming. Verder hebben de schilderijen vaak een groot formaat. Jackson Pollock, Willem de Kooning, Barnett Newman. Overall-compositie = Begrip uit de schilderkunst voor een doek dat bijna geheel beschilderd is, maar waar geen enkele compositorische richting dominant is. Colourfield painting = Stroming behorend tot het abstract expressionisme. Meestal bestaan de schilderijen uit grote, monochrome kleurvlakken die extra expressiviteit krijgen omdat ze laag over laag worden opgebouwd. Barnett Newman. Cobra = (1948 – 1951) Kunstenaarsgroep met leden uit Kopenhagen, Brussel en Amsterdam. Herkenbare, kleurrijke stijl beïnvloed door primitieve culturen of kindertekeningen. Karel Appel Assemblageschilderij = Schilderij dat naast verf bestaat uit allerlei andere materialen die op of aan het platte vlak zijn bevestigd. Karel Appel. Happening = Letterlijk: gebeurtenis. Een kunstzinnige of politieke actie in de openbare ruimte waarin het (toevallige) publiek vaak een actieve rol speelt vooral in de jaren zestig. Pure dans = Moderne dansvorm waarbij de dansbewegingen zelf zowel inhoud als onderwerp zijn. De pure dans verwijst alleen naar het dansen zelf en is anti-expressionistisch. Grondlegger Merce Cunningham, verder ontwikkeld door Judson Dance Theatre. Fysiek theater = Theatervorm waarin lichaamstaal en mime een belangrijke rol spelen. Performance = Handeling of actie van een kunstenaar in het bijzijn van publiek, waarbij vooraf een concept is bedacht. Meestal is de handeling niet verhalend en kan het publiek in en uit lopen. De handeling is vaak eenvoudig, maar de betekenis complex. Josep Beuys, Ulay & Abramovic. Nouveau Réalisme = Stroming in de beeldende kunst die ontstaat in Frankrijk in 1960. De werken kennen vaak een ironische betekenis en zijn vaak gemaakt van alledaagse (afval)materialen. Yves Klein, Jean Tinguely en Christo. Land art = Beeldende kunstvorm waarin het landschap zelf het belangrijkste onderdeel van het kunstwerk is. Kunstenaars doen ingrepen in het landschap, of nemen het letterlijk mee het museum in. Christo, Richard Long. Arte Povera = Arme kunst. Stroming uit begin jaren zestig. Groep Italiaanse kunstenaars die streeft naar eerherstel voor de Europese kunst, geïnspireerd door de Italiaanse kunstenaar Manzoni. Ze breken met de traditionele waarden die verschillende materialen toegewezen krijgen. Kunstwerken gedomineerd door simpele (niet altijd ‘arme’) materialen. Zoeken naar logisch samengaan tussen natuur en industrie. Minimale kunst = Benaming voor beeldende kunststroming waarin vorm en inhoud zijn teruggebracht tot een minimum. De uitstraling is meestal onpersoonlijk, industrieel en geometrisch. Frank Stella, Donald Judd. Spielatten = Houten raamwerk waarover het beschilderde of te beschilderen doek is gespannen. Minimal music = Amerikaanse muziekstroming waarin veelvuldige herhaling van melodische en ritmische motieven centraal staat. Vaak zijn er invloeden van primitieve culturen. Terry Riley, Steve Reich, Philip Glass. Videodans = Combinatie van dans en film, waarin beide elementen gelijkwaardig aan elkaar zijn.
Ingezonden op 28-03-2012 - 840x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
29-03-2012
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Fouten? Tell me!
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!