Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Basiswoordenlijst Nederlands voor buitenlanders
› 58 58 en 59
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Basiswoordenlijst Nederlands voor buitenlanders
58 58 en 59
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
vreemde (vreemd) = strange koekje (het) = biscuit, cookie werkelijk = really er ... van = of it terwijl = while voorbeelden (het voorbeeld) = examples hangt (hangen) = hangs kalender = calendar muur (de) = wall geboortedatum (de) = birthdays heleboel = a whole load of personen (de persoon) = people leden (het lid) = members bedoeld (bedoelen) = meant gekke (gek) = crazy plek (de) = place lijst (de) = list bedenken = think of raar = strange nemen ... mee (meenemen) = take (with them) kantine (de) = canteen te koop = for sale [you can buy = hebben ze … te koop] gemerkt (merken) = noticed houden ... open (openhouden) = keep … open open = open gordijnen (het gordijn) = curtains doorgaan = carry on afspraken (de afspraak) = appointments begrijpen = understand aan de beurt = turn [I'm next, it's my turn = ik ben aan de beurt] beurt (de) = turn kosten = cost gele (geel) = yellow reclame (de) = special offer bossen (de bos bloemen) = bunches uzelf = yourself mijzelf = myself zomaar = no special reason blij = happy op de hoogte = familiar with, informed about = [op de hoogte van] hoogte (de) = height (familiar with, informed about = [op de hoogte van]) dat ligt eraan = that depends bestaan (het) = life, existence dak (het) = roof kwaliteit (de) = quality verschillen (het verschil) = differences dure (duur) = quality artikelen (het artikel) = articles tweedehands = second-hand duizend = thousand risico (het) = risk oude (oud) = old kapot = break down = [kapot gaan] kijk ... uit (uitkijken) = look out koopt (kopen) = buy vast = certainly gebouwd (bouwen) = built huren = rent vast = fixed maand (de) = month
Ingezonden op 30-03-2012 - 3049x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!