Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Taaltuin HLZ
› 4 Vocabulario - El médico
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Taaltuin HLZ
, deel A
4 Vocabulario - El médico
Jaar 3
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
el paracetamol = de paracetamol la aspirina = de aspirine la pastilla = het pilletje la receta = het recept el medicamento, la medicina = het medicijn el estómago = de buik la cabeza = het hoofd la garganta = de keel la rodilla = de knie el tobillo = de enkel las piernas = de benen los brazos = de armen el dolor = de pijn la herida = de wond una rodilla hinchada = een dikke knie un tobillo hinchado = een dikke enkel el hospital = het ziekenhuis la farmacia = de apotheek el médico = de dokter ¿Qué te pasa? = Wat is er aan de hand? Me siento (encuentro) mal. = Ik voel me (vreselijk) slecht. No me siento ( encuentro) muy bien. = Ik voel me niet zo goed. Estoy mejor, me siento (encuentro) mejor. = Ik voel me beter. ¿Es grave? = Is het ernstig? Estoy cansado/cansada. = Ik ben moe. Estoy enfermo/enferma. = Ik ben ziek. Estoy mareado/mareada. = Ik ben misselijk, duizelig. Estoy resfriado/resfriada. = Ik ben verkouden. Tengo fiebre. = Ik heb koorts. Tengo gripe. = Ik heb griep. Tengo insomnio. = Ik heb slapeloosheid. Tengo calor. = Ik heb het warm. Tengo frío. = Ik heb het koud. Tengo tos. = Ik moet hoesten. Tengo dolor de... = Ik heb ... pijn. Tengo intoxicación. = Ik heb voedselvergiftiging. Tengo diarrea. = Ik heb diarree. Me duele la cabeza. = Ik heb hoofdpijn. Me duele el estómago. = Ik heb buikpijn. Me duele la rodilla. = Ik heb kniepijn. Me duele el tobillo. = Ik heb enkelpijn. Me duele todo. = Ik heb overal pijn. Me he roto la pierna. = Ik heb mijn been gebroken. Me he roto el tobillo. = Ik heb mijn enkel gebroken. vomitar = overgeven Me ha desmayado. = Ik ben flauwgevallen. recetar = medicijnen voorschrijven tomar pastillas = pillen slikken ayudar = helpen disfrutar de = genieten van comer algo malo = iets verkeerds eten ¡Cómo duele! = Het doet zo'n pijn! ¡Achís! = Hatsjoe! ¡Jesús!; ¡Salud! = Gezondheid! ¡Es un desastre! = Het is een ramp! ¡Qué suerte!; ¡Menos mal! = Gelukkig! ¡Que te mejores! = Beterschap!
Ingezonden op 01-04-2012 - 1741x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
03-04-2012
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!