Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Noorderpoort Anatomie en fysiologie
› 10 Beenderstelsel
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Noorderpoort Anatomie en fysiologie
, deel 1
10 Beenderstelsel
Jaar 4 (mbo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Uit welke beenderen bestaat het skelet = normaal beenweefsel, kraakbeen Waaruit bestaat de tussencelstof bij beenweefsel = voornamelijk uit harde eiwitvezels Hoe worden harde eiwitvezels ook wel genoemd = collagene vezels Wat is de taak van kalkzouten in het bot = het maakt het bot hard en geeft stevigheid Waardoor is kraakbeen minder hard en meer buigzaam = kraakbeen bevat geen kalkzouten Waar bevindt zich kraakbeen o.a. = in gewrichten om twee uiteinden van botten t.o.v. elkaar soepel te laten bewegen; als verbinding tussen botstukken; in oorschelp, het neustussenschot, het strottenhoofd, de luchtpijp en diens vertakkingen; in de tussenwervelschijven Geef voorbeelden van kraakbeen als verbinding tussen botstukken = de ribben en het borstbeen Wat is het verschil tussen been en kraakbeen = been: hard door tussenliggende kalkzouten; bloedvoorziening door beenvlies; been kent geen groei binnenin het weefsel kraakbeen: geen kalkzouten daardoor buigzaam; geen bloedcellen; kent groei binnenin het weefsel Welke bottypen kennen we = pijpbeenderen, platte beenderen en onregelmatig gevormde beenderen Hoe is een pijpbeen opgebouwd = een buisvormig middenstuk (diafyse) van massief botweefsel, twee uiteinden (epifyse) van sponsachtige opbouw en daartussen een epifysaire schijf Waar bevinden zich in de bovenste ledematen pijpbeenderen = opperarmbeen, spaakbeen en ellepijp Waar bevinden zich in de onderste ledenmaten pijpbeenderen = dijbeen, scheenbeen en kuitbeen Wat is een epifysaire schijf = laag kraakbeen tussen epifyse en diafyse, waarin naar beide kanten de botgroei plaatsvindt, groeischijf. Wanneer de groeifase voorbij is, verkleint de groeischijf en blijft er een lijn over Hoe zijn platte beenderen opgebouwd = het beenvlies, de schors en het sponsachtig binnenste Wat bevindt zich in platte beenderen = het rode beenmerg, waarin leukocyten, erytrocyten en trombocyten gevormd worden Noem enkele voorbeelden van platte beenderen = de ribben, het borstbeen, het schouderblad, de heupbeenderen Noem enkele voorbeelden van onregelmatige gevormde beenderen = wervels, handwortelbeentjes, voetwortelbeentjes Wat is een naadverbinding = een onbeweegelijke verbinding tussen twee beenderen, die versterkt wordt door bindweefsel tussen de twee botstukken Wat is een gewricht = een beweegelijke verbinding tussen twee botstukken verbonden door een stevig kapsel dat versterkt wordt door een aantal gewrichtsbanden Wat is de taak van slijmbeurzen = het zijn de stootzakken die voorkomen dat spieren, banden of de huid schuren over gewrichts- of anderen skeletdelen; bindweefselzakjes, bekleed met een synoviaal vlies en gevuld met synovia Noem de vier soorten gewrichten = kogelgewrichten, scharniergewrichten, zadelgewrichten en draaigewrichten Noem voorbeelden van een kogelgewricht = heupgewricht, schoudergewricht Noem voorbeelden van een scharniergewricht = handkootjes, voetkootjes Noem voorbeelden van een zadelgewricht = de duim en handwortel Noem voorbeelden van een draaigewricht = ellepijp en spaakbeen Hoe beweegt een kogelgewricht = beweging naar bijna alle kanten Hoe beweegt een scharniergewricht = beweging op en neer Hoe beweegt een zadelgewricht = beweging in twee vlakken Hoe beweegt een draaigewricht = de beenderen draaien om elkaar heen Wat is de functie van het botstelsel = het beschermen van interne organen; het geven van stevigheid aan het lichaam; het fungeren als aanhechtingspunt voor skeletspieren, zodat bewegingen van het lichaam kunnen worden gerealiseerd; de vorming van bloedcellen Hoe delen we ons beenderenstelsel in = beenderen van: de schedel, de romp en de ledematen In welke delen is onze schedel te verdelen = de hersenschedel, de aangezichtsschedel Welke beenderen vormen de hersenschedel = voorhoofdsbeen, twee wandbeenderen, twee slaapbeenderen, achterhoofdsbeen Wat is een fontanel = een opening tussen de schedelbeenderen, meestal bij baby’s Hoe is onze aangezichtsschedel samengesteld = bovenkaak, onderkaak, twee jukbeenderen, neusbeen, twee gehemeltebeenderen, twee traanbeentjes Welke indeuking zit in de schedel = het Turkse zadel Wat bevindt zich in het Turkse zadel = de hypofyse Wat is de taak van de hypofyse = een klier met interne secretie; hormoonproducerende klier Wat bevindt zich in het inwendige oor = het rotsbeen: het gehoor en de evenwichtsorganen Uit welke delen bestaat de romp = wervelkolom, borstkas, schoudergordel, bekkengordel Hoeveel wervels zijn er = er zijn 33 of 26 wervels (hangt ervan af hoe je het heiligbeen en staartbeen meetelt) Hoe zijn de wervels te verdelen = 7 nekwervels, 12 borstwervels, 5 lendenwervels, het heiligbeen (een vergroeiing van 5 (sacrale) wervels), het stuit- of staartbeen (een vergroeiing van 4 of 5 coccygeale wervels) Hoe heten de twee bovenste wervels = de bovenste wervel heet atlas (ja-knikken), de tweede wervel heet draaier (nee-knikken) Waaruit bestaan de beenderen van de borstkas = 12 paar ribben, borstbeen, 12 borstwervels Wat zijn ware ribben = 7 paar ribben verbonden door een kraakbeenverbinding met het sternum Wat zijn valse ribben = 3 paar ribben verbonden door een kraakbeenverbinding aan de laatste paar ware ribben Wat zijn zwevende ribben = onderste 2 paar ribben niet verbonden Waar wordt het borstbeen vaak voor gebruikt = een punctie om rode beenmerg te verkrijgen Welke ring vormt de schoudergordel = linker en rechter sleutelbeen en schouderblad Wat is de bekkengordel = de verbinding van de romp met de onderste extremiteiten Waaruit bestaat de bekkengordel = heupbeenderen, heiligbeen en staartbeentje Waaruit bestaan de heupbeenderen = darmbeen, zitbeen en schaambeen Wat is de symfyse = een kraakbeentje dat enige beweging tussen de twee schaambeenderen mogelijk maakt Waaruit bestaan de bovenste ledematen = opperarmbeen, elleboog, onderarm, hand en pols Waaruit bestaat de onderarm = ellepijp en spaakbeen Waaruit bestaat de hand en pols = 8 handwortelbeentjes, 5 middenhandsbeentjes, 14 vingerkootjes Waaruit bestaan de onderste ledematen = dijbeen, knie, onderbeen, voet en enkel Waaruit bestaat het onderbeen = scheenbeen, kuitbeen Waaruit bestaat de voet en enkel = 7 voetwortelbeentjes, 5 middenvoetsbeentjes, 14 teenkootjes Vergelijk de beenderen van arm en been. Welke botten corrensponderen met elkaar = opperarmbeen - dijbeen, spaakbeen - scheenbeen, ellepijp - kuitbeen, 5 middenhandsbeentjes - 5 middenvoetsbeentjes, 5 vingers - 5 tenen, 14 vingerkootjes - 14 teenkootjes
Ingezonden op 04-04-2012 - 5332x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
08-05-2012
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!