Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Duits woorden
› 0 woordenlijst periode 4 301-350
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Duits woorden
0 woordenlijst periode 4 301-350
Jaar 4 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Verzichten = auf afzien scheitern = mislukken, vastlopen die Gewerkschaft = de vakbond erlauben, gestatten = toestaan, veroorloven die Öffentlichkeit = de openbaarheid ; de publieke opinie sammeln = verzamelen die Sehnsucht = het (hevig) verlangen der Ruf = de reputatie Diese Ereignisse haben seinen Ruf beeinträchtigt. bezeichnen = aanduiden, kenmerken hervorheben = benadrukken der Streik = de staking das Verständnis = het begrip sich schwer tun = ergens moeite mee hebben, het zich moeilijk maken das Schicksal = het lot, het noodlot pauschal = globaal, totaal, allin der Schatten = de schaduw der Tatort = de plaats van het misdrijf unverbindlich = vrijblijvend die Rechtschreibung = de spelling das Engagement = de betrokkenheid, de inzet die Botschaft = de ambassade das Gelände = het terrein einzigartig, einmalig = uniek. umsonst = tevergeefs ; gratis der Vorgang = de ontwikkeling, het proces die Leinwand = het (film)doek das Zubehör = de onderdelen, de accessoires unterlassen = nalaten, niet doen die Ausdauer = het uithoudingsvermogen, de conditie der Promi = de Bekende Duitser anwenden = toepassen überflüssig = overbodig erstaunlich = verbazingwekkend Merkmal = het kenmerk herkömmlich = traditioneel die Aufforderung = het (dringende) verzoek die Verzögerung = de vertraging (sich) verringern = verminderen die Anstalt = de inrichting, de instelling der / die Erwerbstätige = iemand die betaalde arbeid verricht quasi = als het ware der Duft = de geur verletzen = kwetsen, verwonden, blesseren ; overtreden (van regels) erkunden = verkennen empfinden ; Empfindlich = voelen, ervaren ; gevoelig betreuen = verzorgen, begeleiden die Aufregung = de opwinding der Aufschwung = de opbloei (bv. Van economie, wetenschappen) haften für = aansprakelijk zijn voor die Haftpflicht = de wettelijke aansprakelijkheid
Ingezonden op 09-04-2012 - 823x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!