Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

New Interface, deel 1

123456789 Onregelmatige Werkwoorden (Blz 178 - 179)

Jaar 2 (Atheneum)

zijn = to be - was/were - been
wedden = to bet - bet - bet
worden = to become - became - become
bijten = to bite - bit - bitten
waaien = to blow - blew - blown
breken = to break - broke - broken
brengen = to bring - brought - brought
bouwen = to build - built - built
branden = to burn - burnt - burnt
kopen = to buy - bought - bought
vangen = to catch - caught - caught
kiezen = to choose - chose - chosen
komen = to come - came - come
kosten = to cost - cost - cost
sluipen = to creep - crept - crept
opgraven = to dig - dug -dug
doen = to do - did - done
drinken = to drink - drank - drunk
rijden = to drive - drove - driven
eten = to eat - ate - eaten
vallen = to fall - fell - fallen
voeren = to feed - fed - fed
(zich) voelen = to feel - felt - felt
vergeten = to forget - forgot - forgotten
ruzie maken = to fight - fought - fought
vinden = to find - found - found
vliegen = to fly - flew - flown
ontvluchten = to get away - got away - got away
geven = to give - gave - given
langsgaan = to go - went - gone
opgroeien = to grow up - grew up - grown up
hangen = to hang up - hung up - hung up
hebben = to have - had - had
horen = to hear - heard - heard
verstoppen = to hide - hid - hidden
raken = to hit - hit - hit
doorgaan, (vast)houden = to keep - kept - kept
weten = to know - knew - known
leren = to learn - learnt - learnt
vertrekken = to leave - left - left
lenen = to lend - lent - lent
laten = to let - let - let
liggen = to lie - lay - lain
aansteken = to light - lit - lit
verliezen = to lose - lost - lost
maken = to make - made - made
bedoelen = to mean - meant - meant
ontmoeten = to meet - met - met
inhalen = to overtake - overtook - overtaken
betalen = to pay - paid - paid
aanzetten = to put - put - put
lezen = to read - read - read
opbellen = to ring up - rang up - rung up
weglopen = to run - ran - run
zeggen = to say - said - said
zien = to see - saw - seen
verkopen = to sell - sold - sold
verzenden, sturen = to send - sent - sent
schieten, filmen = to shoot - shot - shot
sluiten = to shut - shut - shut
zitten = to sit - sat - sat
slapen = to sleep - slept - slept
spreken = to speak - spoke - spoken
doorbrengen, besteden = to spend - spent - spent
staan = to stand - stood - stood
stelen = to steal - stole - stolen
vloeken = to swear - swore - sworn
zwemmen = to swim - swam - swum
nemen = to take - took -taken
leren, onderwijzen = to teach - taught - taught
scheuren = to tear - tore - torn
vertellen = to tell - told - told
denken = to think - thought - thought
werpen = to throw - threw - thrown
begrijpen = to understand - understood - understood
van streek maken = to upset - upset - upset
wakker worden = to wake (up) - woke (up) - woken (up)
dragen = to wear - wore - worn

Ingezonden op 11-04-2012 - 2330x bekeken.
Waardering 8.4 (aantal stemmen: 4)

voting system
1
2
3
4
5

® Typefouten voorbehouden
-----
Nederlands = hele werkwoord - past simple - voltooid deelwoord

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

New Interface, deel 1

123456789 Onregelmatige Werkwoorden (Blz 178 - 179)