Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Noorderpoort Anatomie en fysiologie
› 12 Zenuwstelsel
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Noorderpoort Anatomie en fysiologie
, deel 1
12 Zenuwstelsel
Jaar 4 (mbo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Geef de indeling van het zenuwstelsel = willekeurige of centrale zenuwstelsel, onwillekeurige of autonome zenuwstelsel Wat is het willekeurige of centrale zenuwstelsel = een zenuwstelsel dat onder invloed staat van onze wil. Hoe wordt het willekeurige of centrale zenuwstelsel ook wel genoemd = animale zenuwstelsel Wat is het onwillekeurige of autonome zenuwstelsel = een zenuwstelsel dat werkt buiten onze wil om. Hoe wordt het onwillekeurige of autonome zenuwstelsel ook wel genoemd = vegetatieve zenuwstelsel Geef de indeling van het zenuwstelsel naar ligging = centrale zenuwstelsel, perifere zenuwstelsel Waaruit bestaat het centrale zenuwstelsel = uit hersenen en ruggenmerg Waaruit bestaat het perifere zenuwstelsel = de zenuwen die buiten de schedel en het wervelkanaal zijn gelegen Uit welke drie delen bestaat het willekeurige of centrale zenuwstelsel = de zenuwen die door het lichaam lopen, het ruggenmerg, hersenen Waaruit bestaan de hersenen = grote hersenen, kleine hersenen, hersenstam Hoe is een zenuw opgebouwd = een kern met aan de ene kant korte, sterk vertakte uitlopers en aan de andere kant een lange uitloper omgeven door de schede van Schwann Wat is de taak van een dendriet = in contact staan met andere zenuwcellen om prikkels te verzamelen Wat gebeurt er in een synaps = de plaats waar de prikkel van een zenuw via een chemische reactie wordt overgedragen op een andere zenuwcel Wat is de functie van een zenuwcel = het vervoeren van prikkels, het overdragen van een prikkel op een andere zenuwcel of op een spier Wat is de functie van het zenuwstelsel = het opvangen, registreren en vervoeren van prikkels, het verwerken van prikkels, het reageren op prikkels, de coördinatie van prikkels, psychische activiteiten, het reguleren van basale levensfuncties zoals ademhaling, harslag, bloeddruk Wat zijn sensibele zenuwen = de zenuwen die prikkels naar de hersenen vervoeren Hoe heten de sensibele zenuwen in het ruggenmerg = sensibele banen Wat zijn motorische zenuwen = zenuwen die vanuit de hersenen een prikkel naar de spieren geven Hoe heten de motorische zenuwen in het ruggenmerg = motorische banen Wat is de functie van de motorische zenuwen = ze brengen het lichaam in beweging Wat is een ganglion = een verzameling van zenuwvezels en zenuwcellen, die een tussenstation vormen in de zenuwprikkeloverdracht = zenuwknoop Waaruit bestaat witte stof = weefsel aan de buitenkant van het ruggenmerg en de binnenkant van de grote hersenen. De neuriet is omgeven door een soort isolatielaag, de myelineschede, die wit is. Waaruit bestaat grijze stof = de verdikking van de cel, waar de schakelingen plaatsvinden, is grijs, omdat hier de celkernen liggen. Dit is ook de reden dat de buitenkant van de hersenen, waar de cellen liggen grijs is. Daar liggen dus onze grijze hersencellen. Wat betekent het begrip motorisch = het geleiden van prikkels naar de spieren Wat betekent het begrip sensorisch = het geleiden van prikkels vanuit de zintuigen, naar de hersenen of het ruggenmerg en terug uit de hersenen voor het besef. Wat is de piramidebaan = motorische, kruisende ruggenmergbanen Wat is het bijzondere kenmerk van de piramidebaan = de baan kruist in het verlengde merg: wanneer iemand een beschadiging van motorische cellen links in de hersenen heeft, is deze persoon rechts verlamd, en omgekeerd Wat is de cauda equina = paardenstaart, het laatste deel van de binnen het wervelkanaal gelegen zenuwen Wat is de taak van het ruggenmerg = het geleiden van prikkels van de buitenwereld via de spinale zenuwen naar de hersenen; het geleiden van prikkels die van de hersenen naar de grijze stof in het ruggenmerg gaan en via de spinale zenuwen naar de spieren; het tot stand brengen van reflexen Leg uit prikkelgeleiding = via sensoren van zintuigen wordt de te vervoeren prikkel verstuurt naar de sensorische zenuw. Via de achterhoorn komt de prikkel terecht in het ruggenmerg → overgang op de sensorische zenuwbaan naar de hersenen. Via de hersenstam naar de schors → in de grijze stof overgang op de motorische zenuwbaan. Na toetsing van mogelijkheden geven de hersenen opdracht tot uitvoering. Via piramidebaan gaat de prikkel, in de voorhoorn, via de motorische zenuwwortel naar de spinale zenuw → opdracht wordt gegeven aan spier(en) Wat zijn spinale zenuwen = zenuwen die naar of van het ruggenmerg gaan Geef een voorbeeld van sensoren van zintuigen = tastlichaampjes in de huid Waar bevinden zich de sensoren van zintuigen = overal in het lichaam Wat is de achterhoorn = hier komen de gevoelszenuwen het centraal zenuwstelsel binnen. Zij geven dus de informatie vanuit het perifeer zenuwstelsel over aan het centraal zenuwstelsel. Bijvoorbeeld alle zintuiglijke functies, pijn, etc. Wat is de voorhoorn = hieruit vertrekken de motorische zenuwwortels. Deze geven informatie af aan de perifere zenuwbanen met als doel bepaalde opdrachten uit te voeren. Zoals beweging van een spiergroep. Samentrekking van huid bij koude etc. Wat is een reflex = een prikkel die het ruggenmerg binnentreedt via de sensorische achterhoornen die meteen wordt overgeschakeld op een motorische zenuwcel die het ruggenmerg weer verlaat via de motorische voorhoorn. Hierbij wordt de bewustwording van de prikkel niet of later opgevangen in de hersenen, bijv: het plotseling terugtrekken van de hand wanneer ze te dicht bij een brandend voorwerp komt. Wat is de hypothalamus = deel van de tussenhersenen dat in verbinding staat met de hypofyse. Regelt o.a. de integratie van de activiteiten van het autonome zenuwstelsel, zoals water- en zouthuishouding, koolhydraathuishouding, groei- en voortplanting, slaap en temperatuur Wat is de hypofyse = een hormoonklier die andere hormoonproducerende klieren aanstuurt. Waar ligt de hypofyse = hersenaanhangsel onder aan de hersenen Wat is de piramidekruising = kruising van de zenuwbanen die het informatie verkeer tussen hersenen en spieren verzorgen. Door die kruising stuurt de rechterhelft van de hersenen, de spieren van de linkerhelft van het lichaam aan en andersom Wat is de hersenstam = het deel van de hersenendat we overhouden als de grote en kleine hersenen verwijderd zijn Waar speelt de hersenstam een rol bij = de geleiding van impulsen van het ruggenmerg naar de grote en kleine hersenen; de geleiding van impulsen van grote en kleine hersenen terug naar het ruggenmerg; reflexen die ontstaan in het hoofd-halsgebied; de regulering van primaire levensprocessen; het ontspringen van verschillende geleidebanen van het autonome zenuwstelsel Welke belangrijke centra liggen in de hersenstam = regeling van temperatuur, hartslag, ademhaling en bloeddruk Wat zijn hersenzenuwen = de twaalf paar zenuwen in het hoofd-halsgebied die alle prikkels rechtstreeks van en naar de hersenstam vervoeren Waarvoor zorgen de hersenzenuwen = zorgen voor het evenwicht; verzorgen de mimische spieren in het gezicht; verzorgen het kauwen en de oogspierbewegingen Wat is de zwervende zenuw = zenuwen ontspringen in de hersenstam, vertakkingen ervan lopen naar de organen Welke taak heeft de zwervende zenuw = heeft invloed op de werking van de organen in de borst- en buikholte, zoals het hart, de longen, de maag en de darmen Wat zijn meninges = vliezen Waar liggen de meninges = om de hersenen en om het ruggenmerg Welke vliezen ken je = het buitenste vlies, het middelste vlies en het binnenste vlies Waar ligt het buitenste vlies = bedekt het wervelkanaal en de binnenkant van de schedel Waar ligt het middelste vlies = ligt tegen het buitenste vlies aan Waar ligt het binnenste vlies = ligt tegen het ruggenmerg of hersenen aan Wat is liquor cerebrospinalis = heldere vloeistof rond hersenen en ruggenmerg Waar bevindt zich liquor cerebrospinalis = in de ruimtes tussen de meninges, de hersenen en het ruggenmerg Welk eiwit komt alleen voor in liquor cerebrospinalis = bèta-2-transferrine Wat is de taak van de liquor cerebrospinalis = het beschermt de hersenen en ruggenmerg tegen plotselinge schokken door om het gehele zenuwcentrum te circuleren. De hersenen en ruggenmergen zweven feitelijk in deze vloeistof Hoe wordt het centrale zenuwstelsel van bloed voorzien = via de linker- en rechterhalsslagader en de linker- en rechterwervelslagader Wat zijn hemisferen = twee hersenhelften van de grote hersenen Hoe zijn de hersenen in te delen = motorisch schorsveld, sensorisch schorsveld Waarom is de cortex cerebri zo gekronkeld = de buitenkant heeft veel plooien en zorgt voor een groot opeervlak Hoe is het motorisch schorsveld ingedeeld = primaire motorische centra; secundaire motorische centra Waarvoor zorgen de primaire motorische centra = verantwoordelijk voor de bewegingen van de skeletspieren Waarvoor zorgen de secundaire centra = zorgen voor o.a. de spraak, het schrijfcentrum Hoe is het sensorisch schorsveld ingedeeld = primaire sensoriche centra, secundaire sensorische centra Waarvoor zorgen de primaire sensorische centra = zorgen vooro.a. het gezichtscentrum, het gehoorcentrum Waarvoor zorgen de secundaire sensorische centra = het interpreteren van de ontvagen sensorische boodschap van het primaire centrum Wat is schorsblindheid = beschadiging van het primaire sensorische centrum: patiënt ziet niets meer. Het oog geeft wel prikkels door, maar de hersenschors kan dit niet ontvangen en verwerken Wat is zielsblindheid = beschadiging van het secundaire sensorische gezichtscentrum: het oog geeft wel prikkels, de hersenschors ontvangt en verwerkt deze prikkels maar hij kan ze niet interpreteren en kan er niets mee Wat is de functie van het cerebellum = zorgt voor de coördinatie en het fine tunen van alle bewegingen Wat is de taak van het autonome zenuwstelsel = het regelen van de orgaanfuncties die niet direct de relatie van de mens met de buitenwereld bepalen en de aanpassing aan de behoeften van het lichaam Welke organen of weefsels worden beïnvloed door het autonome zenuwstelsel = bloedsomloop, ademhalings-, spijsverterings- en uitscheidingsorganen en de stofwisseling Geef enige voorbeelden uit het dagelijks leven van de beïnvloeding door het autonome zenuwstelsel = spijsverteringsorganen regelen (honger- of voldaangevoel), plasprikkel, bloedvaten verwijden of vernauwen, ooglens platter maken Hoe kan het autonome zenuwstelsel naar werking worden ingedeeld = sympathische zenuwstelsel, parasympathische zenuwstelsel Geef een aantal voorbeelden van versnellende of vertragende, vernauwende of verwijdende werking van organen of weefsels = bloedvaten en iris (oog) verwijden of vernauwen. Hartslag en ademhaling versnellen of vertragen Geef de effecten op de bloedsomloop aan van het sympathisch zenuwstelsel = hart: versnelt; kransslagader verwijdt; slagaders en aders: vernauwt, behalve in actieve spieren; bloeddruk: verhoogt Geef de effecten op de bloedsomloop aan van het parasympathisch zenuwstelsel = hart remt; kransslagader: vernauwt; slagaders en aders: verwijdt; bloeddruk: verlaagt Geef de effecten op het ademhalingsstelsel aan van het sympathisch zenuwstelsel = spieren in bronchuswand: verslapt: wijdere bronchi Geef de effecten op het ademhalingsstelsel aan van het parasympathisch zenuwstelsel = spieren in bronchuswand: trekt samen: vernauwde bronchi Geef de effecten op het spijsverteringsstelsel aan van het sympathisch zenuwstelsel = darmkanaal: remming peristaltiek; lever: afbraak glycogeen naar glucose Geef de effecten op het spijsverteringsstelsel aan van het parasympathische zenuwstelsel = darmkanaal: versnelling peristaltiek; lever: opbouw glycogeen uit glucose Geef de effecten op het hormoonstelsel aan van het sympathisch zenuwstelsel = alvleesklier: minder insulineafscheiding; bijnier: meer adrenalineafscheiding Geef de effecten op het hormoonstelsel aan van het parasympathische zenuwstelsel = alvleesklier: meer insulineafscheiding; bijnier: verlaagde adrenalineafscheiding
Ingezonden op 15-04-2012 - 6834x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
01-07-2013
.
Waardering 10 (aantal stemmen: 3)
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!