Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Salzgitter heute

8 ¡!Alle woorden DU-NL!¡

Jaar ½ (havo/vwo)

das Taschengeld = het zakgeld
gemütlich = gezellig
Ebbe im Portemonnaie haben = blut zijn
regelmäßig = regelmatig
sich weigern = weigeren
verdienen = verdienen
Nachhilfestunden geben = bijles geven
in Frage kommen = in aanmerking komen
ungeduldig = ongeduldig
der Apothekenbote = de bezorger van geneesmiddelen
die Medikamente = de medicijnen
im Freien = buiten; in de vrije natuur; in het wild
der Supermarkt = de supermarkt
die Supermärkte = de supermarkten
sortieren = sorteren
Regale auffüllen = vakken vullen
Zeitungen austragen = kranten bezorgen
achten auf = letten op
die Aushänge = briefje met mededelingen
der Verkäufer = de verkoper
der Wochenmarkt = de weekmarkt
der Traumberuf = het droomberoep
die Erfahrung = de ervaring
die Berufswahl = de beroepskeuze
sich lohnen = lonen {werkwoord}
nachdenken = nadenken
Spaß haben = plezier hebben
kreativ = creatief
spontan = spontaan
gründlich = grondig
ehrlich = eerlijk
verantwortungsbewusst = met verantwoordelijkheidsbesef
die Selbstdisziplin = de zelfdiscipline
chaotisch = chaotisch
pünktlich = stipt op tijd
reiselustig sein = plezier hebben in reizen
die Karriere = de carrière
gründen = stichten
helfen = helpen
glücklich = gelukkig
mit den Händen arbeiten = met je handen werken
untersuchen = onderzoeken
sich interessieren = zich interesseren
die Technik = de techniek
die Kunst = de kunst
die Musik = de muziek
Blut sehen = bloed zien
Angst haben vor = bang zijn voor
verwirklichen, realisieren = realiseren
die Ausbildung = de opleiding
der Kaufmann = de zakenman
die Kauffrau = de zakenvrouw
das Unternehmen = de onderneming
die Branchen = de bedrijfstakken
die Angebote = de aanbiedingen
die Kunden = de klanten
die Buchhaltung = de boekhouding
der Ein- und Verkauf = de in- en verkoop
der Tierarzt = de dierenarts
die Tierärztin = de dierenarts (vrl.)
die Nutztiere = het vee {mv.}
das Vieh = het vee {ev.}
die Praxis = de praktijk
der Kindergärtner = de kleuterleider
die Kindergärtnerin = de kleuterleidster
betreuen = verzorgen
der Altenpfleger = de bejaardenverzorger
die Altenpflegerin = de bejaardenverzorgster
die Körperpfleger = de lichaamsverzorging
der Kfz-Mechaniker = automonteur
die Werkstätte = de garage
warten = controleren {hier:}
der PKW = de personenauto
der LKW = de vrachtauto
der Chemiker = de scheikundige
die Chemikerin = de scheikundige {vrl.}
die Wissenschaft = de wetenschap
der Tischler = de meubelmaker
die Tischlerin = de meubelmaker {vrl.}
der Zimmerman = de timmerman
die Zimmerfrau = de timmervrouw
im Gegensatz zu = in tegenstelling tot
entwerfen = ontwerpen
der Rechtsanwalt = de advocaat
die Rechtsanwältin = de advocaat (vrl.)
der Nebenjob = de bijbaan
beeinflussen = beïnvloeden
aufatmen = een zucht van verlichting slaken
vereinbar = verenigbaar
allerdings = toch, evenwel, echter, zeer zeker
das Mofa = de bromfiets
sich leisten = zich veroorloven
der Rasenmäher = de grasmaaier
ebenfalls = eveneens, ook
die Beschäftigung = de bezigheid
beispielweise = bijvoorbeeld
im Schnitt = gemiddeld
nachteilig = nadelig
demnach = dus
häufig = vaak
öfter = vaker
freiwillig, ehrenamtlich = vrijwillig {2 betekenissen in DU}
die Nebentätigkeiten = de nevenactiviteiten
schaffen = redden
die Bühne = het toneel
das Ziel = het doel
der Schritt = de stap
gewinnen = winnen
das Stipendium = de beurs; de studentenbeurs
proben = repeteren
üben = oefenen
glauben = geloven
der Abschluss = het eindexamen
verlassen = verlaten
während = tijdens
der Auftritt = het optreden
berühren = raken, ontroeren
helfen = helpen 
ab und zu = af en toe
faul = lui
Recht haben = gelijk hebben
die Lust = de zin
sich kümmern um = zorgen voor
das Taschengeld aufbessern = een extra zakcentje verdienen
der Bekannte = de kennis
ziemlich regelmäßig = tamelijk regelmatig
Nachhilfestunden = bijles
im Haushalt = in de huishouding
staubsaugen = stofzuigen
manchmal = soms
Stimmt es? = Klopt het?
die Erdbeeren = de aardbeien
anrufen = bellen
die Tierärztin = de dierenarts {vrl.}
der Koch = de kok
die Köchin = de kokkin

Ingezonden op 12-05-2012 - 996x bekeken.
Laatst bijgewerkt: 29-06-2012.
Waardering 7.4 (aantal stemmen: 3)

voting system
1
2
3
4
5

Alle woorden Salzgitter heute plus hoofdstuk acht

Zeg maar of er foutjes zijn.

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Salzgitter heute

8 ¡!Alle woorden DU-NL!¡