Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
celine
› 5 eee
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
celine
, deel 6
5 eee
Jaar 4 (havo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Yearly = jaarlijks Reunion = reünie To spend – spent – spent = doorbrengen To attend = aanwezig zijn At last = eindelijk Public transport = openbaar vervoer Daft = gek To pick = kiezen Destination = bestemming Exit = uitgang To queue = in de rij staan To suffocate = stikken For lack of = wegens gebrek aan Slowpoke = treuzelaar Chatter = kwebbelen Root = wortel To go on about something = zeuren over To sneak off = er tussenuit knijpen Tents of thousands = tienduizenden Event = evenement To involve = met zich meebrengen To succeed = succes hebben Relative = familielid Slope = helling To catch up on = weer op de hoogte raken To date = uitgaan met To turn somebody down = afwijzen Proposal = voorstel Grumpy = mopperkont Salt = zout Sea level = zeespiegel Doorstep = stoep To report = opgeven To buy – bought – bought = kopen To get – got – got = krijgen To get off = uitstappen Gealic = oorspronkelijke taal van Schotten Taste = smaak Patriot = nationalist Urge = noodzaak To separate = zich afscheiden To speak – spoke – spoken = spreken To teach – taugth – taught = leren To be around = aanwezig zijn Rusty = niet meer zo vlot Youngster = jongere Boundary = grens To disappear = verdwijnen To quarrel = ruziemaken Nation = volk To switch on = aanzetten To cause = veroorzaken Climax = hoogtepunt To show – showed – shown = laten zien To join = zich voegen bij Local = lokaal Neighbourhood = buurt To fight – fought – fought = vechten Majority = meerderheid Minority = minderheid Casualty = slachtoffer To run – ran – run = rennen Hardliner = voorstander van harde lijn Heritage = erfgoed To overlook = uitkijken over Proud = trots Wedding gift = huwelijkscadeau Shopping spree = aanval van koopwoede Midnight = middernacht Marsh = moerasgebied Trickster = oplichter Company = gezelschap Once = als eenmaal To get along = opschieten met elkaar At last = uiteindelijk Not get a word in sideways = er geen woord tussen kunnen krijgen Go on and on = doorzeuren Take your pick = kies maar Catch a movie = een bioscoopje pikken See you = tot ziens Mind you = maar Put an end to something = een einde maken aan iets Make sense = zin hebben Not to mention = om maar niet te noemen Stop it = hou op Kind of = best wel Have a hard time = het moeilijk hebben For a change = voor de verandering Be proud of = trots zijn op By the way = trouwens Dozens = tientallen Something like = zoiets als
Ingezonden op 23-05-2012 - 1770x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!