Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Na klar! (2 gym)
› 8 paragraaf 2,3,4,5,6 (woordjes)
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Na klar! (2 gym)
8 paragraaf 2,3,4,5,6 (woordjes)
Jaar 2 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
das Mittelalter = de middeleeuwen die Burg = de burcht der Wohnwagen = de caravan die Führung = de rondleiding nach einer Weile = na een tijdje der Ritter = de ridder rauben = roven die Kerze = de kaars die Verletzung = de verwonding versuchen = proberen entwischen = ontsnappen die Bedrohung = de bedreiging furchtbar = vreselijk heimlich = stiekem die Dunkelheit = de duisternis schlimm = erg der Wettbewerb = de wedstrijd das Abenteuer = het avontuur kaum = nauwelijks die Geschwindigkeit = de snelheid geradeaus = rechtdoor erwischen = oppakken die Leute = de mensen verpflichten = verplichten durchhalten = volhouden (die Schule) schwänzen = spijbelen sich prügeln = vechten zerstören = vernielen das Erfolgserlebnis = de succesbelevenis entscheiden = beslissen der Diebstahl = de diefstal einen Rekord aufstellen = een record vestigen Wat heb je tegen haar? = Was hast du gegen sie? Dat is niet voor jou. = Das ist nicht für dich. Maak je om mij geen zorgen. = Mach dir um mich keine Sorgen. Ik begin niet zonder hem. = Ich fange nicht ohne ihn an. Wie komt daar door de deur? = Wer kommt da durch die Tür? Welke bikini zoek je? = Welchen Bikini suchst du? Deze bikini bedoel ik. = Diesen Bikini meine ich. De klasseleraar heeft over je geklaagd. = Der Klassenlehrer hat sich über dich beschwert. Je doet niets. = Du machst nichts. Je stelt me teleur. = Du enttäuscht mich. Je moet beter je best doen. = Du sollst dich mehr anstrengen. Anders gaat het fout. = Sonst geht es schief. Ik heb geen tijd! = Ich habe keine Zeit! Onzin! Tijd genoeg. = Quatsch! Zeit genug. De vraag is allen, waarvoor! = Fragt sich bloß wofür! Jij begrijpt dat niet. = Du verstehst das nicht. Ik mag niet naar buiten. = Ich darf nicht hinaus. Tot alles klaar is. = Bis alles fertig ist. Wat krijgen we nu? = Was ist das denn? Hou alsjeblieft op! = Hör bloß auf! Het gaat beroerd met mij. = Nur geht es beschissen. Ik moet thuis blijven. = Ich muss zu Hause bleiben. Daarom ben je dus zo laat. = Darum bist du also so spät. Ja, zo zit dat helaas. = Ja, so ist das leider. Wat moet ik doen? = Was soll ich machen? Dat is zo saai! = Das ist so langweilig! Onze lerares luistert nooit naar ons. = Unsere Lehrerin hört uns nie zu, We hebben al met haar gepraat. = Wir haben schon mit ihr geredet. Dat heeft niets opgeleverd. = Das hat nichts gebracht. Dat is goed gelukt. = Das hat gut geklappt. Je kunt niet zonder grammatica. = Ohne die Grammatik kommt man nicht aus. Men probeert het ook niet. = Man versucht es auch nicht. Je moet woorden leren. = Man muss Vokabeln lernen.
Ingezonden op 29-05-2012 - 769x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!