Woordjes leren tekstverklaringen

Beste bezoeker,

Wellicht kom je op onze site terecht omdat je op zoek bent naar woordenlijsten voor de methode tekstverklaringen. Woordjesleren.nl en studygo.com hebben de handen ineen geslagen om samen het allerbeste overhoorplatform van Nederland te maken! Je kunt je woordenlijst voor de methode tekstverklaringen dan ook vinden op studygo.com. Zie ook onze tips.

  • Bespaar tijd
  • Haal hogere cijfers
  • Lijsten van uitgevers
  • Verbeter je uitspraak
  • Leer altijd en overal
  • Nederlandse klantenservice
Maak nu een gratis account aan >>

Wil je toch de woordenlijst opzoeken via woordjesleren.nl? Scroll dan naar beneden!

\/
   

Hoofdstukken tekstverklaringen

Taal: Duits


1. fast - bijna

2. sowie - evenals

3. übrigens - trouwens

4. zugehören - horen bij

5. Küche - keuken

6. Beilage - bijgerecht

7. wie - zoals

8. zum Beispiel - bijvoorbeeld

9. Schweinebraten - gebraden varkensvlees

10. leider - helaas

11. es gibt - er is/er zijn

12. inzwischen - ondertussen

13. ausländisch - buitenlands

14. Kloß - deegballetje

15. Speisekarte - menukaart

16. dagegen - daartegen

17. sich wehren - zich verzetten

18. Bauer - boer

19. jetzt - nu

20. Sorte - soort

21. zurückerobern - heroveren

22. Versuch - proef

23. Geschäftsführer - bedrijfsleider

24. überzeugen - overtuigen

25. Vorteil - voordeel

26. empfindlich - vatbaar, gevoelig

27. gegen - tegen, voor

28. Kälte - kou

29. schädlich - schadelijk

30. außerdem - bovendien

31. Geschmack - smaak

32. wirklich - echt

33. stimmen - kloppen

34. glauben - geloven

35. wachsen - groeien

36. zwar - weliswaar

37. meistens - meestal

38. roh - rauw

39. kochen - koken

40. Kartoffel - aardappel

41. Semmelknödel - broodje gemaakt van deeg/knödel

42. Art - soort

43. reiben - raspen

44. sauber - schoon

45. Tuch - doek

46. Ende - eind

47. aufeinander - opelkaar

48. zusammendrehen - ineendraaien/wringen

49. fest - vast

50. pressen - persen

51. Schüssel - kom

52. sich absetzen - bezinken

53. Kartoffelstärke - aardappelzetmeel

54. mischen - mengen

55. Teig - deeg

56. Mitte - midden

57. jeder - elk, ieder

58. knusprig - krokant

59. Würfel - blokje

60. leicht - zachtjes

61. Salzwasser - zoutwater

62. herausnehmen - eruit nemen

63. abtropfen - uitlekken

64. Erfolg - succes

65. guten Appetit - eet smakelijk

66. zerschneiden - opensnijden

67. sondern - maar

68. Gabel - vork

69. zerreißen - scheuren

70. entstehen - ontstaan

71. Oberfläche - oppervlak

72. aufnehmen - opnemen

73. Trauerkloß - saai piet

74. langweilig - vervelend, saai

75. anfangen - beginnen

76. Spaß - plezier, lol

77. verstehen - begrijpen

78. Kloßbrühe - bouillon

79. milchig - melkkleurig

80. trübe - troebel

81. trotzdem - desondanks

82. völlig - volledig

83. verständlich - begrijpelijk

84. klar - duidelijk, helder


 
 

Zoek in de oefeningen

Zoek een vragenlijst van deze methode met het volgende woord:


 

   
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties. Meer informatie.