viaje al español = reis naar het Spaans
el viaje = de reis
el español = het Spaans
las culturas antiguas = de oude culturen
las ruinas mayas = de Mayaruïnes
la catedral = de kathedraal
el museo = het museum
el café = de koffie
el chocolate = de chocolade
el cactus = de cactus
la sangría = de sangria
la música = de muziek
la guitarra = de gitaar
la paella = de paella
escuchar = luisteren
comparar = vergelijken
los resultados = de resultaten
hola = hallo
cómo te llamas = hoe heet je
personas famosas = beroemde personen
cómo se llaman las personas = hoe heten de personen
el nombre = de naam
el apellido = de achternaam
de eerste is = el uno es
cómo se llama usted = hoe heet u
me llamo = ik heet
y tú = en jij
soy = ik ben
y usted = en u
el saludo = de begroeting
la despendida = het afscheid
otra vez = nog een keer
adiós = tot ziens
buenos días = goedendag
el día = de dag
buenas tardes = goedemiddag
la tarde = de namiddag
buenas noches = goedenavond
la noche = de avond
hasta pronto = tot gauw
hasta luego = tot ziens
hasta mañana = tot morgen
o = of
cómo se ponuncia= hoe spreek je het uit
pronunciar = uitspreken
estos nombres = deze namen
leer = lezen
luego = dan
completar = aanvullen
la tortilla =de tortilla
la playa = het strand
la geografía = de geografie
la información = de informatie
la organización = de organisatie
la universidad = de universiteit
el teatro = het theater
el quiosco = de kiosk
el concierto = het concert
el hotel = het hotel
los nombres favoritos de bebé = de favoriete babynamen
en España = in Spanje
ser = zijn
para niños = voor jongens
para niñas = voor meisjes
diferentes = anders
por ejemplo = bijvoorbeeld
llarmarse = heten
muchos = veel
además de = behalve
las ciudades españolas = de Spaanse steden
el norte de África = het noorden van Afrika
árabes = arabisch
palabras con historia = woorden met geschiedenis
la palabra = het woord
por ciento = procent
venir = komen
la familia = de familie
el trabajo = het werk
trabajar = werken
de otras lenguas = uit andere talen
muchas palabras = veel woorden
como = zoals
el aceite = de olie
el arroz = de rijst
la taza = het kopje
el alcohol = de alcohol
la naranja = de sinaasappel
la biblioteca = de bibliotheek
el carácter = het karakter
otras palabras vienen de = andere woorden komen uit
América = amerika
también = ook
americanos = amerikaans
los tomates = de tomaten
de inglés = het engels
el origen = de oorsprong
muchas palabras nuevas = veel nieuwe woorden
el cámping = de camping